De Vier van Vrijdag: Fred Penninga

Fred Penninga.

Fred Penninga (Amsterdam, 1945) sinds 1987 lid van de schrijversvereniging TAALPODIUM. Sinds 1 januari 2014 lid van het Utrechts Stadsdichtersgilde. Naast bekroonde gedichten en korte verhalen publiceerde hij zes poëziebundels en drie romans. Hij schreef 300 wekelijkse stadsgedichten voor het huis-aan-huis Stadsblad in Utrecht. Voor het online magazine www.nieuws030.nl schreef hij meer dan 100 nieuwe stadsgedichten en elk kwartaal schrijft hij een gedicht voor het huis-aan-huis wijkblad Mens & Wijk in Utrecht Noord-Oost. Inmiddels is zijn zevende poëziebundel, getiteld Drijfveren, verkrijgbaar.

UTRECHTS JONGENSPORTRET

Zijn handen zijn geboeid aan het scooterstuur
zijn haar is kort en zwart als een lapje bont
zijn voeten raken als bij toeval stukjes grond
zijn capuchon is hem een fluwelen muur

zijn teint, als het saharazand bij avond
zijn gang, van een danser rond het eerste vuur
zijn zware ogen ogen lichter op den duur
zijn trotse lach speelt losjes met zijn mond

Door hem gebeurt er tenminste nog eens wat
voor hem zullen meisjes over bruggen gaan
voor hem maakt de Vecht een buiging door de stad

alleen in de verte is hij Marokkaan
onder zijn jack klopt een Utrecht-hart, zowat
leg op de Neude een fontein voor hem aan!

– Fred Penninga

 [Stadsgedicht (193) voor het Stadsblad in Utrecht. Variant op een sonnet van de Utrechtse dichter Martinus Nijhoff, getiteld Florentijns jongensportret.]