Utrecht – Peter Schotman, lid van de Vier van Vrijdag, is 20 jaar geleden begonnen met het schrijven van gedichten. Die weerspiegelen zijn zoektocht naar diepte en verlangens van het leven en de emoties daarbij. Als metaforen dienen reizen als zeiler over zee, over land en in zijn herinnering. Zijn gedichten werden gepubliceerd in de tijdschriften Taalpodium en Concept en door hen uitgegeven verzamelbundels. In 2011 is zijn debuutbundel ‘Op windveren van verlangen’ verschenen, uitgegeven door Kleinood & Grootzeer.
Hollandse kou
Die januarimaand 1946 ontscheept
vanuit de verre tropen mijn eerste stapjes
in sneeuw op vaderlandse bodem,
in kleren van het Rode Kruis,
vanzelfsprekend terugbetaald,
geen rooie cent, want zonder pappa’s soldij
door bureaucratie, die tijdens de oorlog
vlijtig had doorgewerkt op stadhuis, bij politie,
bij spoor-, bij trambestuurder, stipt richting kampen
de Joden, voor een habbekrats verraden,
alles netjes met hen afgerekend.
Jullie hadden geen eten, maar wij het lekker warm,
met slakken uit de poepsloot als lekkernij.
Mokumse overlevers, onbekenden in hun huis,
kleren van hun ouders bij de buren aan de lijn,
een brief over erfpacht in de bus,
dus maar beter emigreren,
ook hun leven gestruikeld over een kleine ‘steen’,
na 80 jaar liefdevol opgepoetst,
herinnering aan die gezellige Jodenbuurt.
Kamp Westerbork voor KNIL militairen omgedoopt
tot Schattenburg, voor toekomstige treinkapers.
– Peter Schotman