De raaf
De raaf deed zich tegoed aan mensenvlees
tegelijkertijd imiteerde hij stemmen
Honger kent geen troost, hoe tam hij ook is
hij zoekt een roedel wolven om te jagen
De raaf die zich tegoed deed sprak mijn naam
hij werd langzaam groter, moest dieper door zijn knieën
De vleugels van het dier werden armen met handen, vingers
zijn zwarte veren een mantel, daaronder een naakt lichaam
Toen de alleseter klaar was met verorberen van de dode
stond hij op en ging in de richting van het huis
Van de mens die daar lag was alleen het zwarte haar over
en dat vloog weg als een jonge raaf
De man die binnenkwam keek uit het raam
zag een raaf weg vliegen, op zoek naar een prooi

–
Amersfoort – Ali Şerik werd in 1962 geboren in Turkije. Hij was zeven jaar toen hij voor het eerst in Nederland kwam wonen. Voor de Amersfoortse Courant schreef Ali Şerik een aantal jaren een column. Zijn eerste gedichten waren in het Turks, die werden gepubliceerd in Turkstalige tijdschriften in Nederland en Turkije. Uitgeverij Broy in Istanbul heeft drie gedichtenbundels van zijn hand uitgegeven. Nederlandstalige gedichten van Ali Şerik zijn opgenomen in verzamelbundels van Taalpodium Utrecht / Zeist. Doorbloeiend Heimwee is zijn laatste Nederlandstalige bundel.
–
De raaf
–
–
De raaf deed zich tegoed aan mensenvlees
–
tegelijkertijd imiteerde hij stemmen
–
–
Honger kent geen troost, hoe tam hij ook is
–
hij zoekt een roedel wolven om te jagen
–
–
De raaf die zich tegoed deed sprak mijn naam
–
hij werd langzaam groter, moest dieper door zijn knieën
–
–
De vleugels van het dier werden armen met handen, vingers
–
zijn zwarte veren een mantel, daaronder een naakt lichaam
–
–
Toen de alleseter klaar was met verorberen van de dode
–
stond hij op en ging in de richting van het huis
–
–
Van de mens die daar lag was alleen het zwarte haar over
–
en dat vloog weg als een jonge raaf
–
–
De man die binnenkwam keek uit het raam
–
zag een raaf weg vliegen, op zoek naar een prooi
–
–
– Ali Şerik
