‘Mijn gedichten gaan over kapotte vogeltjes’

Aanvankelijk wilde Pom Wolff een ‘best of’ maken van zijn werk tot nu toe, maar het liep anders. ‘Kapotte vogeltjes’ brachten hem op het spoor om 40 gedichten te verdelen over vier boekjes. Gezamenlijk vormen zij het kleinood, of parelsnoer: ‘Een vrouw schrijft een jongen’.
“Ik heb wat met titels die je op meerdere manieren kan uitspreken. Mijn debuut uit 2006: ‘Toen je stilte stuurde’ heeft ook zo’n titel”, zegt Pom Wolff, net als de bundel als deel van een reeks daarvoor: ‘Je bent erg mens’.
Hij houdt ervan de dingen om te draaien. Sinds 2000 beheert hij pomgedichten.nl, voor nieuws, gedichten én rellen. Vijf- tot zesduizend hits per dag, ruim een miljoen per jaar. Voor een literaire site een duizelingwekkend getal. Het relelement zal er ongetwijfeld aan bijdragen. Wie strak in zijn vel zit, en ‘aan de beurt is’, zal hem vervloeken. Anderen sluiten hem juist in het hart.
Het is schitterend theater, want de Pom daar lijdt aan de Ziekte van Guigelton, en verblijft inmiddels al zo lang in het VU-ziekenhuis dat hij inmiddels een hele afdeling tot zijn beschikking heeft, waar hij alle dichters ontvangt. Pom grinnikt: “Kijk, daar is het imperium!” en wijst naar zijn laptop op de tafel. Geregeld voert hij zuster Betty op, die haar visie op allerlei zaken geeft. “Als je eenmaal begint, schrijft alles lekker weg.” Ondertussen is pomgedichten.nl een platform voor dichters, want wekelijks kunnen zij meedoen aan een wekelijkse wedstrijd, waarbij Pom en een juryvoorzitter de gedichten van commentaar voorzien. Altijd met een kwinkslag.
Hoe vele malen ingetogener is echter zijn laatste werk. “Roop en Erwin Vogelezang waren mijn meelezers, en de laatste houdt absoluut niet van slamgedichten. Dat was het eerste onderscheid wat hij maakte: alle slamgedichten uit mijn werk weg!” Nu maakt Pom beide typen gedichten. “Wat het onderscheid is?” Hij denkt even na. “Een slamgedicht is meer gericht op effectbejag. Je bent er veel meer op uit om het publiek te prikkelen. Zo’n gedicht is ook veel toegankelijker. Je moet meer voldoen aan de toneelwetten dan bij een gedicht dat een lezer in zijn stoel rustig tot zich neemt. De volgorde waarop je ze brengt is van belang en de timing. Zo was er een dichter die op een middag een verhaal bracht over sperma. Zo keert iedereen van je af, maar als mensen ’s avonds wat op hebben, dan vinden ze het juist melig. Slamgedichten schrijf ik heel makkelijk. In tien minuten heb ik er een klaar. Een gedicht daarentegen is veel meer werk, ik moet veel meer schaven.”
zo
ik weet niet of het van de liefde was
je weet ik ben best wel bedreven
in het schrijven van mooie eerste regels
in veel bedreven maar in de liefde niet
zo had ik ook kunnen beginnen
maar zo begin je niet
zo eindigt het
Het is typisch de stijl van Pom: eenvoudige woorden, eenvoudige zinnen. Zo min mogelijk opsmuk. De prikkel zit in de draai die Pom geeft, waarmee hij juist de stand van zaken in een verhouding tussen mensen beschrijft. “Toen er twintig gedichten over waren, had ik een probleem. Ik moest er een geheel van maken. En opeens kreeg ik een ingeving. Eigenlijk gingen ze allemaal over kapotte vogeltjes; er is altijd wel iets wat er aan iemand mankeert.”
kapotte vogeltjes – vreemde hobby
3 vogeltjes zonder linkerpoot
linkeroog eruit
1 vogeltje zonder rechterpoot
rechteroog eruit
1 vogeltje geheel zonder poten
ogen er nog in
1 met beide ogen eruit
1 half vogeltje
(andere helft nergens te vinden)
2 vogeltjes totaal geplet
2 losse linkerogen
2 losse rechter-
hoe houd je ze uit elkaar gvd
4 losse linkerpoten
één halve rechterpoot en nog een halve
jezus en nog 2 halve
“Nee, ik mocht dit gedicht niet opnemen. Een slamgedicht.”
“Maar hierdoor geïnspireerd schreef ik extra gedichten en kwam ik zo op vier boekjes uit. De eerste twee vanuit het standpunt van de vrouw en het derde vanuit de man.” Het vierde boekje, ‘Genade’, kan gezien worden als een beschouwing op de eerste drie onderdelen. “Ik schrijf trouwens vooral over menselijke verhoudingen. Als ik over een tafel zou moeten schrijven, dan liet ik er algauw mensen aan aanschuiven.”
familieleven
nu ligt zusje weer op straat
waarom toch steeds dat touwtjespringen
en opa ook met al zijn duiven
die dacht dat hij vliegen kon
wie goed doet goed ontmoet
oma schreef het op een bordje
en hing zich in de kelder op
ik speel geen dievie met verlos
geen tikkie oma – oma is hem
en wat heb je aan verstoppertje
als ze je toch niet zoeken
Opmerkelijk genoeg begon de oud-leraar Nederlands  pas met dichten toen hij aan de slag was als jurist voor twaalf basisscholen in Amsterdam. “Misschien inderdaad omdat ik toen juist de behoefte had aan associëren naast het uitpluizen van feiten.”
En geregeld bezoekt hij optredens van dichters in het hele land. “Dat geeft mij een geweldige energie als je al dat jong talent ziet.” Op de Parade treedt hij samen met andere dichters op in de groep ‘Hongerlief’. “Net het laatste jaar niet, maar dat willen wij weer doen. We zijn helemaal op elkaar ingespeeld. Muzikant Bjorn van Rozen speelt alles aan elkaar en door elkaar. Ook met hem alleen draag ik weleens mijn gedichten voor. Hij heeft dezelfde romantische geest als ik en wederzijds laten we ons inspireren. Zo heeft hij op basis van mijn gedichten eigen songteksten geschreven. En bepaalde nummers inspireerden mij weer.”
Rel
Zo blijkt Pom Wolff een ingetogen, rustige man te zijn. Het wordt tijd voor een rel. Heeft hij nog niet een knuppel om in het hoenderhok te gooien? “Tsja, dat is mijn oude stokpaardje. Subsidie maakt lui. Ik zou bijvoorbeeld geen gelegenheidsgedicht over Buitenveldert kunnen schrijven. Je krijgt fabrieksmatige poëzie. Goed, ik laat in mijn laatste bundel een vliegtuig overvliegen, maar als je mij ertoe zou dwingen, dan krijg ik een schrijfblokkade. En ik vind dat de gevestigde orde te weinig doet om nieuwkomers kansen te geven. De gevestigde dichters hebben hun bewezen talenten, kwaliteiten, maar zijn te protectionistisch voor hun eigen groep. Anderen moeten zich te veel inlikken – of invechten. Onafhankelijk van die gevestigde clubjes borrelen al die jonge, of nieuwe talenten op in de duistere ondergrond.”

Pom Wolff – Een vrouw schrijft een jongen

Pom Wolff en zijn imperium van pomgedichten.nl: een laptop en een keukentafel. Foto: Peter le Nobel
Pom Wolff en zijn imperium van pomgedichten.nl: een laptop en een keukentafel. Foto: Peter le Nobel
Door Peter le Nobel
Amsterdam – Aanvankelijk wilde Pom Wolff een ‘best of’ maken van zijn werk tot nu toe, maar het liep anders. ‘Kapotte vogeltjes’ brachten hem op het spoor om 40 gedichten te verdelen over vier boekjes. Gezamenlijk vormen zij het kleinood, of parelsnoer: ‘Een vrouw schrijft een jongen’.
“Ik heb wat met titels die je op meerdere manieren kan uitspreken. Mijn debuut uit 2006: ‘Toen je stilte stuurde’ heeft ook zo’n titel”, zegt Pom Wolff, net als de bundel als deel van een reeks daarvoor: ‘Je bent erg mens’.
Hij houdt ervan de dingen om te draaien. Sinds 2000 beheert hij pomgedichten.nl, voor nieuws, gedichten én rellen. Vijf- tot zesduizend hits per dag, ruim een miljoen per jaar. Voor een literaire site een duizelingwekkend getal. Het relelement zal er ongetwijfeld aan bijdragen. Wie strak in zijn vel zit, en ‘aan de beurt is’, zal hem vervloeken. Anderen sluiten hem juist in het hart.
Het is schitterend theater, want de Pom daar lijdt aan de Ziekte van Guigelton, en verblijft inmiddels al zo lang in het VU-ziekenhuis dat hij inmiddels een hele afdeling tot zijn beschikking heeft, waar hij alle dichters ontvangt. Pom grinnikt: “Kijk, daar is het imperium!” en wijst naar zijn laptop op de tafel. Geregeld voert hij zuster Bettie op, die haar visie op allerlei zaken geeft. “Als je eenmaal begint, schrijft alles lekker weg.” Ondertussen is pomgedichten.nl een platform voor dichters, want wekelijks kunnen zij meedoen aan een wekelijkse wedstrijd, waarbij Pom en een juryvoorzitter de gedichten van commentaar voorzien. Altijd met een kwinkslag.
Hoe vele malen ingetogener is echter zijn laatste werk. “Roop en Erwin Vogelezang waren mijn meelezers, en de laatste houdt absoluut niet van slamgedichten. Dat was het eerste onderscheid wat hij maakte: alle slamgedichten uit mijn werk weg!” Nu maakt Pom beide typen gedichten.
“Wat het onderscheid is?” Hij denkt even na. “Een slamgedicht is meer gericht op effectbejag. Je bent er veel meer op uit om het publiek te prikkelen. Zo’n gedicht is ook veel toegankelijker. Je moet meer voldoen aan de toneelwetten dan bij een gedicht dat een lezer in zijn stoel rustig tot zich neemt. De volgorde waarop je ze brengt is van belang en de timing. Zo was er een dichter die op een middag een verhaal bracht over sperma. Zo keert iedereen van je af, maar als mensen ’s avonds wat op hebben, dan vinden ze het juist melig. Slamgedichten schrijf ik heel makkelijk. In tien minuten heb ik er een klaar. Een gedicht daarentegen is veel meer werk, ik moet veel meer schaven.”
zo
ik weet niet of het van de liefde was
je weet ik ben best wel bedreven
in het schrijven van mooie eerste regels
in veel bedreven maar in de liefde niet
zo had ik ook kunnen beginnen
maar zo begin je niet
zo eindigt het
Het is typisch de stijl van Pom: eenvoudige woorden, eenvoudige zinnen. Zo min mogelijk opsmuk. De prikkel zit in de draai die Pom geeft, waarmee hij juist de stand van zaken in een verhouding tussen mensen beschrijft. “Toen er twintig gedichten over waren, had ik een probleem. Ik moest er een geheel van maken. En opeens kreeg ik een ingeving. Eigenlijk gingen ze allemaal over kapotte vogeltjes; er is altijd wel iets wat er aan iemand mankeert.”
kapotte vogeltjes – vreemde hobby
3 vogeltjes zonder linkerpoot
linkeroog eruit
1 vogeltje zonder rechterpoot
rechteroog eruit
1 vogeltje geheel zonder poten
ogen er nog in
1 met beide ogen eruit
1 half vogeltje
(andere helft nergens te vinden)
2 vogeltjes totaal geplet
2 losse linkerogen
2 losse rechter-
hoe houd je ze uit elkaar gvd
4 losse linkerpoten
één halve rechterpoot en nog een halve
jezus en nog 2 halve
“Nee, ik mocht dit gedicht niet opnemen. Een slamgedicht.”
“Maar hierdoor geïnspireerd schreef ik extra gedichten en kwam ik zo op vier boekjes uit. De eerste twee vanuit het standpunt van de vrouw en het derde vanuit de man.” Het vierde boekje, ‘Genade’, kan gezien worden als een beschouwing op de eerste drie onderdelen. “Ik schrijf trouwens vooral over menselijke verhoudingen. Als ik over een tafel zou moeten schrijven, dan liet ik er algauw mensen aan aanschuiven.”
familieleven
nu ligt zusje weer op straat
waarom toch steeds dat touwtjespringen
en opa ook met al zijn duiven
die dacht dat hij vliegen kon
wie goed doet goed ontmoet
oma schreef het op een bordje
en hing zich in de kelder op
ik speel geen dievie met verlos
geen tikkie oma – oma is hem
en wat heb je aan verstoppertje
als ze je toch niet zoeken
Opmerkelijk genoeg begon de oud-leraar Nederlands  pas met dichten toen hij aan de slag was als jurist voor twaalf basisscholen in Amsterdam. “Misschien inderdaad omdat ik toen juist de behoefte had aan associëren naast het uitpluizen van feiten.”
En geregeld bezoekt hij optredens van dichters in het hele land. “Dat geeft mij een geweldige energie als je al dat jong talent ziet.” Op de Parade treedt hij samen met andere dichters op in de groep ‘Hongerlief’. “Net het laatste jaar niet, maar dat willen wij weer doen. We zijn helemaal op elkaar ingespeeld. Muzikant Bjorn van Rozen speelt alles aan elkaar en door elkaar. Ook met hem alleen draag ik weleens mijn gedichten voor. Hij heeft dezelfde romantische geest als ik en wederzijds laten we ons inspireren. Zo heeft hij op basis van mijn gedichten eigen songteksten geschreven. En bepaalde nummers inspireerden mij weer.”
Rel
Zo blijkt Pom Wolff een ingetogen, rustige man te zijn. Het wordt tijd voor een rel. Heeft hij nog niet een knuppel om in het hoenderhok te gooien? “Tsja, dat is mijn oude stokpaardje. Subsidie maakt lui. Ik zou bijvoorbeeld geen gelegenheidsgedicht over Buitenveldert kunnen schrijven. Je krijgt fabrieksmatige poëzie. Goed, ik laat in mijn laatste bundel een vliegtuig overvliegen, maar als je mij ertoe zou dwingen, dan krijg ik een schrijfblokkade.”
“En ik vind dat de gevestigde orde te weinig doet om nieuwkomers kansen te geven. De gevestigde dichters hebben hun bewezen talenten, kwaliteiten, maar zijn te protectionistisch voor hun eigen groep. Anderen moeten zich te veel inlikken – of invechten. Onafhankelijk van die gevestigde clubjes borrelen al die jonge, of nieuwe talenten op in de duistere ondergrond.”
—-
Een vrouw schrijft een jongen foto‘Een vrouw schrijft een jongen’, Pom Wolff, Uitgeverij Douane, vier kleine bundels in een fraaie banderolle (57 p.). Prijs: 15 euro. ISBN: 978-90-72247-66-7. Zie www.uitgeverijdouane.nl
Zie ook www.pomgedichten.nl en Pom’s visie op het interview.