Eerste Grote Poëzieprijs voor Radna Fabias

Rotterdam – Met haar succesdebuut Habitus wint Radna Fabias na de C. Buddingh’-prijs 2018 en de Awater Poëzieprijs en Herman De Coninckprijs 2019 óók de eerste editie van De Grote Poëzieprijs. De prijs, 25.000 euro, voor de beste Nederlandstalige bundel van het jaar, werd op de slotdag van het gouden Poetry International Festival uitgereikt samen met de C. Buddingh’-prijs, die naar Roberta Petzoldt ging, voor haar debuut Vruchtwatervuurlinie’.

Habitus is daarmee zonder meer de meest prijswinnende debuutbundel ooit.

Ook werden op het festival prijzen uitgereikt door jongeren, een initiatief van School der Poëzie. De School der Poëzie-Communityprijs ging naar Ted van Lieshout voor Ze gaan er met je neus vandoor, Roelof ten Napel kreeg de Jongerenprijs voor Het woedeboek waarmee hij ook kans maakte op De Grote Poëzieprijs én de C. Buddingh’-prijs.

De Grote Poëzieprijs voor Radna Fabias

De Grote Poëzieprijs is dé prijs voor Nederlandstalige poëzie en bekroont de beste Nederlandstalige bundel van het jaar met 25.000 euro. De jury van De Grote Poëzieprijs 2019 kreeg 150 bundels ter lezing en nomineerde er niet vijf maar zes, vanwege het hoge aantal inzendingen, de verlengde periode waarover werd gejureerd en de aangetroffen kwaliteit. Opnieuw gaat de hoofdprijs dus naar Radna Fabias: “Fabias graaft net zo lang in wat bedenkelijk is – waarbij ze ook zichzelf niet spaart – totdat de complexiteit van een probleem zich openbaart. Dit maakt dat Habitus (Arbeiderspers) deelneemt aan het ‘gesprek van de dag’, maar tegelijk – en belangrijker – dat de bundel er ook een krachtig tegengif tegen is. Niets is eenvoudig in deze bundel, niets is op te lossen met een paar slimme oneliners of standpunten. Fabias maakt het persoonlijke politiek en het politieke persoonlijk,” oordeelde de jury.

De C. Buddingh’-prijs voor Roberta Petzoldt

De prijs voor beste Nederlandstalige poëziedebuut – jaarlijks uitgereikt op het Poetry International Festival – gaat dit jaar naar Roberta Petzoldt. Haar debuut Vruchtwatervuurlinie (Van Oorschot) gaat over verlies en is strijdbaar, humoristisch, prikkelend en fel maar boven alles een rigoureus allerindividueelst onderzoek waarbij de dichter, sneller dan de eigen schaduw, de poëzie zelf op de staart probeert te trappen of ‘zonder vliegtuig de wolken raken / bewegen door / een getraind gevoel voor humor / en een eenzame logica’. Op intieme wijze creëert de dichter een verrassend nieuw poëtisch universum, wat weergaloze gedichten en tijdloze regels oplevert: ‘ik weet dat mensen op hun honden lijken, maar jij / lijkt op de hond van iemand anders’”, aldus de jury.