Amsterdam – De Werkgroep Caraïbische Letteren houdt op zaterdag 5 september de Tweede Caraïbische Letterendag, die ditmaal een eresaluut brengt aan de schrijver Edgar Cairo (1948-2000). Ook wordt stilgestaan bij de vraag: wat kunnen grote voorlopers betekenen voor jonge kunstenaars?
Edgar Cairo schreef maar liefst veertig boeken: romans, poëziebundels, theaterstukken, essays. Hij was de eerste migrantenschrijver die columns schreef voor de Volkskrant. In al dat werk belichtte hij wat hij noemde ‘het negerschap’: de geschiedenis en het verdriet van de zwarte mens, in Afrika, het Caraïbisch gebied en als migrant in Holland. Als kleine hosselaar op een achtererf en geslaagd zakenman, als verzetsheld en koning, als trotse neger én als mens die vooral met zichzelf worstelt. Cairo schreef in het Nederlands en het Sranan en vooral: in zijn eigen ‘Cairojaans’. Zijn tijd ver vooruit riep hij evenveel bewondering als weerstand op. Maar hoe men zijn werk ook inschat: virtuoos was het altijd.
De Caraïbische Letterendag, met als motto ‘Lelu! Lelu! Het lied ver vervreemding’ is op zaterdag 5 september om 19.00 uur in de grote zaal van de Openbare Bibliotheek Amsterdam. Toegang: 10 euro. Voor het hele programma, surf naar http://www.caraibischeletteren.com