Blik onder motorkap slavernij in Suriname

Debuutroman ‘De Zwarte Lord’ van Rihana Jamaludin in Nederland

Door Peter le Nobel

Rihana Jamaludin keek zelfs in modebladen om te bedenken hoe Regina Winter eruit moest zien. Foto: Peter le Nobel
Rihana Jamaludin keek zelfs in modebladen om te bedenken hoe Regina Winter eruit moest zien. Foto: Peter le Nobel

Tilburg – De slavernij in Suriname is veelbesproken, zou men denken, maar er is geen een roman uit de negentiende eeuw, gezien door Surinaamse ogen. Rihana Jamaludin zet dat min of meer recht met haar nieuwe debuutroman in Nederland: ‘De Zwarte Lord’. Twintig jaar liep ze al met het idee rond. “Aanvankelijk wilde ik er een stripverhaal van maken.”

De historische roman beschrijft het verhaal van Regina Winter, een gouvernante uit Den Bosch, die door een aanranding niet langer van onbesproken gedrag is en dus ook niet meer in trek bij andere families. De kuise vrouw zit met haar handen in het haar, tot zij de kans krijgt Walther Blackwell te onderwijzen. Deze plantage-eigenaar in Suriname blijkt van oorsprong Afrikaans te zijn. De oude eigenaar verwekte hem bij een slavin, kocht de jongen uiteindelijk vrij en liet hem al zijn bezittingen erven.

Het boek geeft een feilloze blik onder de motorkap van het slavernijsysteem. De onderdrukking en het geldelijk gewin zijn bekend, maar hoevelen weten af van de problemen rond de vrijgekochten, die nooit aan de bak kwamen, omdat de slaven al het werk gratis verrichtten? Om die reden willen de slaven van Blackwell de plantage niet verlaten, want waar vinden ze behoorlijk onderdak? De slavernij blijkt niet alleen te bestaan uit de lompe zweep, maar is ook een fijnzinnig, of liever gezegd: doortrapt systeem van geschreven en ongeschreven regels.

Interessant is bovendien het verschil tussen het standensysteem in Nederland, ingedeeld naar inkomen, geloof en politieke stroming, en het kleurensysteem in Suriname in die tijd. In het laatste land kan iedereen ongeacht geloof of inkomen met elkaar trouwen, maar draait alles om de vraag hoeveel Afrikaans bloed iemand heeft, van poesties (‘half negerbloed’), mesties (‘kwart negerbloed’) tot mulatten (‘eenzestiende negerbloed’) en blanke creolen (1/32e) aan toe.

Verschillende motieven liggen ten grondslag aan Jamaludin’s keuze om het Suriname in de negentiende eeuw te beschrijven. “Ik ben gewoon gek op die tijd en lees graag boeken van onder meer Jane Austen en Charles Dickens. Bovendien is er uit die tijd weinig literatuur over Suriname. In feite kennen we alleen verslagen van predikanten of van bijvoorbeeld de Schotse officier Stedman, bekend van de afbeelding van de slaaf die aan een pikhaak hangt. De slaven hadden in die tijd geen gelegenheid voor onderwijs. Dat was voorbehouden aan de nakomelingen, maar dan zitten we onderhand in de twintigste eeuw.”

Kuise vrouw

Jamaludin koos bewust voor het perspectief van de Nederlandse Regina Winter. “Via haar ogen kun je je verbazen en aspecten van de slavernij uitleggen. Via Blackwell zou dat niet geloofwaardig zijn, omdat hij dat gewoon al weet.” Gedurende het verhaal beschrijft Jamaludin bovendien op prachtige wijze hoe een kuise vrouw in korset uiteindelijk haar lichaam ten volle in de spiegel durft te bestuderen.

Kuisheid en verlangen keren nogal eens terug in het oeuvre van de schrijfster. “Van mijzelf durf ik niet zomaar een rode draad aan te wijzen. Dat laat ik aan anderen over. In ‘De Zwarte Lord’ is het in ieder geval niet het hoofdthema. Dat vind je wel in ‘Kuis’, dat nog moet verschijnen.” In dit boek worstelt een Hindoestaanse man met zijn verlangen naar liefde en seksualiteit.

In ‘De Zwarte Lord’ zal de Bossche Brabantse nog tot een verrassende ontdekking komen. Staande voor de spiegel had ik me nog nooit zo mooi gevoeld. Mijn haar, altijd al wat weerbarstig, was door de steeds aanwezige warme, vochtige lucht onstuimig gaan krullen. Met verbazing bekeek ik de blonde krullenbos die mijn gezicht omlijstte.

Onderzoek

De beeldend kunstenaar wilde aanvankelijk een stripverhaal maken. Rechtsonder het personage Mirre.
De beeldend kunstenaar wilde aanvankelijk een stripverhaal maken. Rechtsonder het personage Mirre.

“Zes jaar heb ik aan het boek gewerkt”, zegt Jamaludin, “waarbij ik veel tijd heb besteed aan research. De bibliotheek en later internet waren belangrijke bronnen. Ik heb vier multomappen met kopieën uit studies en naslagwerken, maar ook een schrift met eerste ideeën”, zoals de aantekening over Regina: ‘Ze begint zich steeds vrijer te kleden en te gedragen’, wat daadwerkelijk in het boek terugkeert. Maar er zitten ook recepten uit de negentiende eeuw in, plaatjes van de kleding in Nederland en Suriname in die tijd, kopieën van artikelen over de politieke situatie in Europa, zelfs een kunstige naaktfoto van een donkere vrouw om het personage ‘Mirre’ in het boek te kunnen verbeelden, en tekeningen van landschappen en van de personages. “Ik ben beeldend kunstenaar. Aanvankelijk wilde ik een stripverhaal maken, maar al snel kwam ik erachter dat ik de tekst belangrijker vond dan het beeld.”

Gedurende het onderzoek raakte Jamaludin steeds meer gefascineerd door de oude kolonie in dat tijdsgewricht. Het resultaat is een kloek, maar leesbaar boek, waarin het Nederlands prachtig is gemodelleerd naar de taal van de negentiende eeuw. “Een beetje, want als je echt in de negentiende eeuwse stijl zou schrijven, dan zou het verhaal wel heel langzaam verlopen.”

In Nederland zullen lezers zich nog wel verbazen over diverse aspecten van de slavernij. Op 23 december komt het boek in Suriname uit. Zullen de Surinamers daar net zo verrast zijn? “Ik weet het echt niet. Veertig jaar terug leerden we dat Marrons, de weggelopen slaven, onruststokers waren, lastpakken, en dat de goede slaven netjes bij hun meester terugkeerden. Natuurlijk zijn er onderwijsvernieuwingen geweest, maar of mensen echt alles weten van de slavernij durf ik niet te zeggen.”

—-

voorplat Jamaludin[1]Rihana Jamaludin, ‘De Zwarte Lord’, Uitgeverij Kit Publishers, ISBN: 979-94-6022-034-0, 525p., 24,95 euro.

Zie ook http://www.rihanajamaludin.com of http://rihanajamaludin.hyves.nl

One Reply to “Blik onder motorkap slavernij in Suriname”

  1. Leuk artikel!

    Wel even een kleine correctie: de definities van poesties en mulat zoals hierboven aangegeven door Peter le Nobel kloppen niet.

    Een mulat is namelijk een halfbloed, niet een eenzestiende-bloed. Na de mulat volgt de mesties (kwartbloed), de kasties (eenachtste-bloed), en daarna pas de poesties (eenzestiende-bloed)

Comments are closed.