Arjan El Fassed over de Palestijnse kant van het verhaal

ff
Foto: Peter Le Nobel

Door Peter le Nobel

Rond zijn vijftiende had hij het zwaarder dan nu, want hoe kon hij vrolijk naar schoolfeesten gaan, terwijl zijn familie in de Palestijnse gebieden de straat opging om te demonstreren? Inmiddels heeft hij zijn debuut ‘Niet iedereen kan stenen gooien’ op zijn naam staan en bemiddelt hij namens Oxfam International in vele conflicthaarden van de wereld. Voor zijn gevoel doet hij nu tenminste iets. Arjan El Fassed heeft onlangs de aanmoedigingsprijs van El Hizjra gewonnen met zijn kort verhaal ‘Een thuis in Jaffa’.

“Het boek liet ik een jaar geleden uitbrengen, omdat Israël toen zestig jaar bestond. Ik wilde de Palestijnse kant van het verhaal vertellen.” Die kant klinkt heel wat menselijker en alledaagser dan de oorlogstaal van de terroristen op de homevideo’s, geflankeerd door twee granaten op het bureau. “Het gaat om mensen die boodschappen doen, hun kinderen naar school brengen en genieten van een barbecue.”

El Fassed vertelt stukje bij beetje over de politieke geschiedenis van de onderdrukking van de Palestijnen, en over de ervaringen van zijn familie door de decennia heen. Lezers leren over de Britse ‘Balfour’-declaration, als opmaat voor de uitroeping van de staat Israël, en over de opmerking van zijn oom die in 1980 bij een aanslag door joodse kolonisten beide benen verloor. ‘Ze hebben mijn benen afgerukt, maar dat betekent alleen maar dat ik dichter bij mijn land ben.’

Onrecht

Sinds de jaren negentig worden deze verhalen beter gehoord. “Israëlische historici prikten enkele mythes in de geschiedschrijving door. Zij maakten in feite de weg vrij. Voor die tijd werd een Palestijn domweg niet geloofd.” De Israëliër, ooit de vervolgde, als onderdrukker. Het was hard te verteren voor Europa en Amerika die zich schuldig voelden over de holocaust. Toch is dit nu wat El Fassed aan de kaak stelt, want de beschrijvingen van de martelingen, intimidaties en pesterijen liegen er niet om. Van urenlang wakker houden en slaag in de gevangenis, tot het treiterig parkeren van een legerjeep op een erf zodat kinderen er niet kunnen spelen. El Fassed gaat geen lieverkoekjes bakken.

Ziek kind

“Ik wilde heel veel beschrijven in mijn boek, hopelijk niet teveel. Ik wilde het verhaal van mijn familie vertellen, maar ook dat van mij, als zoon van een Nederlandse moeder en een Palestijnse vader. Voor ik aan het boek begon hoopte ik een balans te vinden tussen mijn Nederlandse en Palestijnse kant, maar zoals ik al schreef: ‘Het is alsof je de ouder bent van een tweeling. Je houdt zielsveel van beide kinderen. Een kind is echter ziek. Het is niet gezond. Je houdt niet meer of minder van het kind, maar je geeft het meer aandacht. (…) Je zoekt hulp en hoopt dat je erachter komt wat eraan scheelt en hoe je het kind kan genezen’. De balans is niet gevonden, daarvoor is het ene kind te ziek, maar ik kan met dit boek die twee kanten in ieder geval beter met elkaar verbinden.”

Gaandeweg het boek wordt duidelijk dat El Fassed niet gelooft in een afzonderlijke Israëlische en Palestijnse staat. “Mensen hangen steeds minder aan nationale symbolen, zoals de Palestijnse vlag. Mensen lopen en wonen daar veel te veel voor door elkaar, ook door het nederzettingenbeleid in de Palestijnse gebieden. Het conflict gaat niet over grenzen, het gaat erom dat mensen gelijke rechten krijgen, dat ze zich vrij kunnen vestigen. Als je dat onrecht weghaalt, dan haal je die woede ook weg.”

Erkennen

In het boek pleit El Fassed dan ook voor de Zuid-Afrikaanse oplossing: één land, met gelijke rechten voor alle mensen, maar hij ziet meteen een ander probleem: Israël en de Palestijnse gebieden kennen niet een leider, een krachtig man als Nelson Mandela en een krachtig president als De Klerk die de weg voor hem baant.

En als er dan sterke leiders opstaan, hoe zit het dan met de verbittering aan beide kanten, na alle onderdrukking, en na alle aanslagen in Israël? “Net als in Zuid-Afrika moet er een waarheidscommissie komen. Beide partijen moeten erkennen wat er in het verleden is gebeurd, bijvoorbeeld dat Israël in 1948 talloze Palestijnse dorpen heeft verwoest. Het was toen geen klein dapper landje dat door de Arabische wereld werd aangevallen. En het leed van Israëliërs die bijvoorbeeld door een aanslag op een bus een familielid hebben verloren, moeten de Palestijnen op hun beurt erkennen. Als je dat leed erkent, en iedereen gelijke rechten geeft en als er een nieuwe grondwet komt, dan kunnen mensen in ieder geval weer met elkaar samenleven. Wel of niet vergeven hoeft verzoening niet in de weg te staan, maar een oplossing van het conflict begint met sjoege hebben van verdriet, erken wat in het verleden is gebeurd.”

Het verhaal ‘Een thuis in Jaffa’ is een scène die Arjan El Fassed aanvankelijk in het boek wilde opnemen, maar dat hij tot zijn verdriet voor de loop van het verhaal toch eruit moest laten. ‘Een thuis in Jaffa’ verscheen eerder in Land van Reigers:, een bundeling van de verhalen en gedichten van de winnaars van de El Hizjra Literatuurprijs 2009 (Van Gennep, 2009). Nieuwsgierig? Klik op ‘verhalen’ bovenaan de homepage.

Arjan El Fassed, ‘Niet iedereen kan stenen gooien’. Uitgeverij Nieuwland. ISBN: 978-90-8645-027-5. 251 p. Prijs: 16,90 euro. Met een inleiding van Joris Luyendijk. Zie ook www.uitgeverijnieuwland.nl of www.nietiedereenkanstenengooien.nl