‘Treurtniet lijkt het minst niet op mij’

Verhalenbundel ‘Late lente’ vol spirituele keerpunten

Dick van Zijderveld, voor het schilderij 'La tête aux nuages' van La Couchie. Hij is geïnteresseerd in de diepere lagen van de werkelijkheid.
Dick van Zijderveld, voor het schilderij 'La tête aux nuages' van La Couchie. Hij is geïnteresseerd in de diepere lagen van de werkelijkheid.

Door Peter le Nobel

Utrecht – Verlegen, bedeesd, spiritueel, het zijn woorden die op Dick van Zijderveld van toepassing zijn. ‘Late lente’, een bundel met korte verhalen, is zijn debuut. Verhalen over mannen die op een keerpunt in hun leven staan en elk op eigen wijze met de vraag worden geconfronteerd: ‘Is dit lot of toeval?’

Het is een opmerkelijke bundel, want wie kon verwachten van een socioloog en wetenschappelijk onderzoeker dat hij geïntrigeerd is door datgene wat de wetenschap niet kan ‘meten en tellen’. “Op de middelbare school had ik die interesse al”, zegt Van Zijderveld. “Ik las Bres Planète, een soort spirituele ‘Kijk’ inderdaad, een blad dat grossiert in alternatieve ideeën, over Atlantis, paranormale verhalen en een verhandeling over het nut en onnut van drugs door Wilhelm Reich, die zowel de freudiaanse psychologie aanhing, de marxistische sociologie en zelf nog wat eigen ideeën toevoegde, tot hij op latere leeftijd krankzinnig werd verklaard.”

De hang naar het spirituele komt in bijna al zijn korte verhalen terug, niet alleen in de bundel, maar ook in eerdere werken. “Ik vraag me af of de werkelijkheid niet meer is dan die waar je dagelijks tegenaan loopt. Heeft de werkelijkheid een diepere laag? De mogelijkheid dat iets niet toeval is moet je bij het geheel overwegen.”

Van Zijderveld blijft er nuchter onder. “Een vriend had een oude Saab gekocht en toen zag hij overal van die oude auto’s rondrijden. Dat is gewoon een psychologisch effect. Als je echt overal verbanden ziet, krijg je pure dweepzucht.”

Keerpunt

De schrijver heeft zelf in feite op een keerpunt in zijn leven gestaan. “Ik besloot rond 2001 echt te gaan schrijven.” De man geeft het eerlijk toe: hij heeft vele banen gehad en is op een gegeven moment voor zichzelf begonnen. Maar hij is geen zakenman -en wellicht ook te verlegen. Hij praat zachtjes en af en toe wordt gevraagd om zijn antwoord te herhalen. Niet handig nu iedereen in de hoofdarbeid het van netwerken moet hebben. Met zijn schrijverscarrière kan hij de woorden voor zich laten spreken.

“Ik merkte dat ik rapporten schrijven nog leuker vond dan het eigenlijke onderzoek.” Voorzichtig begon hij met losse cursussen, tot hij uiteindelijk een driejarige opleiding bij de Werkschuit in Zeist erop had zitten. “Ik schoolde me om.” Daarvoor volgde hij zelfs ooit euritmielessen, een kunstvorm uit de antroposofie, met dans, muziek en mime. Zo leerde hij zichzelf steeds meer tot uitdrukking te brengen. Inmiddels is hij naast schrijver ook hoofdredacteur van het literair tijdschrift Opspraak, uitgegeven door stichting Beeldspraak in Nieuwegein.

Treurtniet

Opvallend in het boek is dat bijna alle personages een wetenschappelijke achtergrond hebben, en zich als keurige, voorkomende heren gedragen. “Je ontkomt niet aan autobiografische kanten in een boek.” Van de vijf verhalen in ‘Late lente’ is ‘Treurtniet en Vogelsang’ in dat opzicht het meest intrigerend. De eerste is een boekhouder op een saai kantoor, waar hij voor zijn collega’s het mikpunt van spot is, de laatste een opkomend schrijver, die inspiratie zoekt op Kreta, samen met zijn vriendin. Treurtniet krijgt de kans om afdelingshoofd te worden en gaat voor een vergadering naar het Griekse eiland. Het bedrijf blijkt betrokken te zijn bij malversaties en Treurtniet vraagt zich af of hij carrière wil maken binnen de onderneming of echt de stap wil wagen om schrijver te worden. Vogelsang ziet hem en beseft dat hij de hoofdpersoon van zijn roman heeft gevonden.

Op wie lijkt Van Zijderveld? “Treurtniet lijkt het minst niet op mij. In feite koos hij ook voor een ‘gradueel keerpunt’: hij gooit het roer niet in een keer om, maar wil kleine stapjes zetten.”

Anglowaan

Ook op een andere manier houdt de schrijver zich met taal bezig. Hij stoort zich enorm aan het ‘nodeloos Engels’ in de Nederlandse taal. “Het woord ‘computer’ kan ik me nog voorstellen, maar waarom spreken over ‘sale’ als je het ook over ‘uitverkoop’ of ‘opruiming’ kan hebben?”

Hij werkt mee aan het boek ‘Funshoppen in het Nederlands; Woordenlijst onnodig Engels’ dat in november bij Uitgeverij Prometheus verschijnt. Het boek is een initiatief van Stichting Nederlands, die er zelfs een ‘Meldpunt Engelse Termen’ op na houdt. “Engels is een prachtige taal, maar we moeten af van de Anglowaan. Er zijn genoeg Nederlandse woorden om je in uit te drukken.” Zo kent Van Zijderveld geen ‘links’ op zijn website, maar ‘webschakels’, en zou hij zijn site nog het liefst ‘webwerf’ noemen. “Een Zuid-Afrikaans woord, dat de beweging, het maken van de internetpagina’s zo mooi weergeeft. In dat opzicht vind ik het Nederlandse ‘webstek’ weer te kneuterig.”

Van Zijderveld blijft onderzoeken, de werkelijkheid die niet gemeten en geteld kan worden, en de taal.

Dick van Zijderveld, ‘Late lente’, Uitgeverij Free Musketeers, 203p., ISBN: 978-90-484-0611-1. Prijs: 17,95 euro (exclusief verzendkosten). Onder meer verkrijgbaar via http://www.freemusketeers.nl Zie ook www.dickvanzijderveld.nl